Hoe de eerste 1000 dagen bijdragen aan een gezonde toekomst

De eerste 1000 dagen van een kind zijn cruciaal voor de ontwikkeling. Hier wordt de basis gelegd voor een gezonde toekomst. Investeringen in de gezondheid en het welzijn van kinderen zijn dan ook essentieel om een gezonde en kansrijke toekomst te waarborgen.


Foto Baby Jso


Kinderen ontwikkelen zich gelijktijdig op fysiek, intellectueel, sociaal en emotioneel vlak. Deze ontwikkelingsprocessen zijn met elkaar verbonden, van elkaar afhankelijk en versterken elkaar. De gezondheid en het welzijn van een kind kan positief worden beïnvloed door het gelijktijdig aanpakken van de basisbehoeften, zoals goede voeding, een verzorgende en veilige omgeving, en het vermogen zich aan te passen aan hun omgeving.

Vroege interventie, levenslang profijt

Interventies gericht op het waarborgen van deze basisbehoeften moeten zo vroeg mogelijk starten, nog vóór de conceptie, en doorgaan tot minimaal de leeftijd van twee jaar: gedurende de eerste 1000 dagen van een kind. Er is steeds meer bewijs dat de investeringen gedurende deze periode niet alleen bijdragen aan de overlevingskans, maar ook leiden tot de voortdurende gezondheid en welzijn, en een succesvoller leven. Tijdens de eerste 1000 dagen is het lichaam van het kind zeer goed in staat om te reageren op stimuli. Dit kan de veerkracht en het aanpassingsvermogen van het kind optimaliseren of juist in gevaar brengen. Daarmee vormt het de basis voor een leven met respectievelijk een goede of gecompromitteerde gezondheid. Bovendien bespaart deze vroege investering (zorg)kosten.

SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELINGSFASEN BABY, DREUMES EN PEUTER

Wanneer gaan kinderen actief contact zoeken met andere mensen en hoe ontstaat dit? Hoe ontstaat het zelfbewustzijn en wannen gaat een kind zichzelf herkennen in de spiegel? Wanneer gaan kinderen grenzen verkennen en zijn zij in staat om speelgoed te delen?

Kortom, hoe verloopt de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen? In dit artikel is het verloop van het sociaal-emotionele ontwikkelingsproces ingedeeld in drie fasen: baby (0-1 jaar), dreumes (1-2 jaar), peuter (2-4 jaar)

BABY: 0-1 JAAR

Het eerste levensjaar is belangrijk voor de basis van een gezonde emotionele relatie. Vlak na de geboorte is een kind passief in contacten met zijn omgeving. De schattige uiterlijke kenmerken van een baby maken dat volwassenen voor het kind willen zorgen, zodat het kind kan overleven. In deze fase reageert het kind nog puur op instinct en onderzoekt en leert via zijn zintuigen. Praten, knuffelen en het maken van oogcontact is essentieel voor het ontwikkelen van een stabiele basis. Al vrij snel is het kind niet passief meer in het contact met de omgeving en gaat het actief contact zoeken met mensen. Door te huilen, te lachen, het produceren van geluidjes, probeert het kind de aandacht te krijgen van anderen. Rond zes weken kunnen baby’s glimlachen. Deze eerste tekenen van sociaal gedrag worden door de omgeving enthousiast ontvangen en zullen het proces doen versnellen. Vanaf een maand of drie experimenteren kinderen steeds meer met interactie. Als de omgeving lacht om zijn gebrabbel, zal hij blij terug lachen. Het contact zoeken zal steeds verder uitgebouwd worden. Armen worden uitgestrekt om opgepakt te worden, verschillende manieren van huilen ontstaan om verschillende emoties en behoeften aan te kunnen geven en zelfs de eerste non-verbale grapjes worden gemaakt. Zo leren kinderen bijvoorbeeld hoe de omgeving reageert door ‘expres’ speeltjes uit de wieg te laten vallen en kunnen kinderen helemaal opgaan in een spel waarin de ouder voorwerpen laten verdwijnen of terugkomen. Rond de zevende en achtste levensmaand leert het kind de betekenis van mimiek en intonatie verstaan en rond de negende maand ontstaat een eigen bewustzijn. De oudere baby kan zichzelf herkennen in de spiegel en wordt steeds ondernemender. In deze fase ontstaat ook vaak scheidingsangst bij de baby. Kinderen kunnen in deze fase bang zijn om alleen gelaten te worden en denken bijvoorbeeld dat de ouder verdwijnt als deze naar de WC gaat. Aan het einde van het eerste levensjaar treedt ook rivaliteit op tussen de kleintjes op. Vaak zien baby’s elkaar als een ‘speelding’ en ontzien elkaar niet bij het verkennen van het andere lichaam, door aan oren te trekken, of elkaar lekker vast te grijpen. Kortom; tijdens het eerste levensjaar leren kinderen de beginselen van de sociale omgang met zichzelf en met anderen en wordt een belangrijke basis gelegd op sociaal- emotioneel gebied. Hechting speelt een belangrijke rol in dit proces.

DREUMES: 1-2 JAAR

Het ontdekken van de wereld neemt in het tweede levensjaar een vogelvlucht. Het kind vindt het in deze fase steeds leuker om juist te doen wat niet mag, probeert uit en zoekt de grenzen op. Het kind is nog steeds erg egocentrisch en moet nog leren wat anderen wel en niet leuk vinden. Zo is het delen nog heel moeilijk en speelgoed uit de handen van een kameraadje trekken kan zomaar gebeuren. Ook kan een kind zich er over verbazen dat een kindje moet huilen als hij aan diens haren trekt. De dreumes experimenteert hoe ver hij kan gaan en de reacties uit de omgeving hebben hier steeds meer invloed op. Juist door de reacties van anderen leert het kind belangrijke vaardigheden. Naast het ‘uitlokken’ van deze minder positieve reacties proberen de kinderen ook juist behulpzaamheid en genegenheid uit en ervaren vervolgens het plezier wat bijvoorbeeld kusjes geven kan opleveren voor zichzelf en de omgeving. De dreumes is nu ook in staat simpele opdrachten uit te voeren zoals: ‘pak je beker maar van de tafel’. Ook kan het kind nu zwaaien bij het vertrek van personen of op verzoek iets delen tijdens een spelletje. Tussen het eerste en tweede levensjaar neemt de taalontwikkeling van de dreumes ook toe. Rond de leeftijd van anderhalf jaar neemt de woordenschat explosief toe en is het kind steeds beter in staat deel te nemen aan de sociale wereld en kan hij zijn wensen en behoeften nu ook door taal kenbaar maken. Onder andere deze taalontwikkeling zorgt ervoor dat de belangstelling in andere kindjes toeneemt en dat het kind steeds beter in staat is te spelen met leeftijdsgenootjes. Aan het einde van het tweede jaar ontwikkelt het kind een sterke eigen wil, wilt graag alles zelf doen en kan driftig of koppig zijn. Kortom: tijdens het tweede levensjaar is de taalontwikkeling en het spelcontact dat hierdoor ontstaat belangrijk bij de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind.

Zie ook:

https://www.vakbladvroeg.nl/minister-over-eerste-1000-dagen-elk-kind-verdient-kansrijke-start/ https://www.tno.nl/nl/aandachtsgebieden/gezond-leven/roadmaps/youth/de-eerste-duizend-dagen-van-het-kind/