De Universiteit van Amsterdam gaat tot en met september 2024 onderzoek doen naar Home-Start. De vraag is ‘Wat werkt het beste om ouders en kinderen informeel te ondersteunen?’ Ouders, kinderen, vrijwilligers en coördinatoren vertellen over hun ervaringen met opvoedsteun. De Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie ZonMw geeft subsidie voor dit onderzoek.
Home-Start wil de effecten van de opvoedsteun aan gezinnen verder vergroten. In Nederland geven vele duizenden vrijwilligers vanuit verschillende organisaties elk jaar steun aan tienduizenden kwetsbare gezinnen met hun kinderen. Deze steun is hard nodig, want veel ouders ervaren zorgen en stress. Voor de kinderen is een goede start belangrijk voor de rest van hun leven. De gezinnen en ook onze maatschappij hebben er baat bij dat opvoedsteun echt werkt. Om te bewijzen wat in deze tijd het beste werkt, wordt onderzoek gedaan. Denk aan onderwerpen als de match van vrijwilligers aan gezinnen, kwaliteit van de werkrelatie, vertrouwen van gezinnen in de werkwijze, expertiseniveau van vrijwilligers, en de implementatie van Home-Start principes door vrijwilligers. De uitkomsten neemt Home-Start op in de aanpak.
Interviews
Het onderzoek is wetenschappelijk opgezet. We verzamelen meer kennis over de werkzame elementen bij vrijwillige opvoedsteun en dat kan grote winst opleveren voor de effectiviteit van de steun. Eerst vertellen ouders, kinderen, vrijwilligers en coördinatoren over hun ervaringen met opvoedsteun. Het jongerenpanel van de Nationale Jeugdraad adviseert de onderzoekers bij het maken van de interviewvragen. Met vrijwilligers en coördinatoren worden werkbijeenkomsten gehouden.
Hulpmiddelen
Daarna worden instrumenten gemaakt die helpen bij het geven van opvoedsteun. De aanpak is door-en-voor-de-praktijk en wordt in de praktijk getest. Het zo geheten reflectie-instrument dat zal worden ontwikkeld, kunnen alle organisaties die zich in Nederland bezighouden met informele opvoedondersteuning gebruiken.
Samenwerken
Tijdens het hele onderzoek werken andere organisaties mee die ook informele steun bij het opvoeden geven, waaronder Steunouder en Samen Oplopen.
Home-Start breed
Het onderzoek wordt uitgevoerd onder alle Home-Start locaties zodat ook gezinnen met oudere kinderen worden betrokken. In dit onderzoek staat een “bottom up” kennisoverdracht centraal. De wetenschappers baseren zich met een citizen science benadering op wat ouders en kinderen en vrijwilligers ervaren als werkzame elementen. Er komen drie meetmomenten: een voormeting, nameting en follow-up na zes maanden. Een groepje gezinnen zal een dagboekje bijhouden. De uitkomsten worden wetenschappelijk vergeleken met een controlegroep.
Eerder onderzoek
Al sinds de start van het programma in Nederland, laat Home-Start regelmatig onderzoek doen naar onderdelen van het programma. De rapporten staan onderaan op de pagina Over Home-Start. En lees ook het artikel met UvA-onderzoeker Peter Hoffenaar over het erkende programma Home-Start.
Interview coördinator Home-Start Zwolle
Interview vrijwilliger Home-Start
Paper over Home-Start in de 1ste 1000 dagen gepubliceerd in Infant Mental Health Journal
''Ze was een engel op het juiste moment'' - Het verhaal van Afrah
Een Kansrijke Home-Start
Nieuwe gemeenten bieden Home-Start aan