Home-Start is een erkende interventie voor opvoedsteun aan ouders. Het programma laat vanaf de start in Nederland onderzoek doen. Dr. Peter J. Hoffenaar, verbonden aan de UvA, noemt blijvend onderzoek een gezonde manier om naar je programma te kijken. Het onderwerp staat op 1 april in de nieuwsbrief Sociaal Domein van Binnenlands Bestuur, voor wethouders en beleidsmakers bij gemeenten.
Iedereen die kinderen grootbrengt gebruikt steun uit zijn sociale netwerk, blijkt uit het rapport van maart 2021 door het Sociaal en Cultureel Planbureau. Niet alle ouders hebben zo’n netwerk, bijvoorbeeld na een verhuizing. Of hun netwerk is overbelast. Dan kunnen zij een beroep doen op Home-Start. Een ervaren en getrainde vrijwilliger fungeert als tijdelijke uitbreiding van hun sociale netwerk. De aanpak is informeel, de vrijwilliger staat naast de ouder, werkt vraaggericht en benadrukt wat goed gaat. Ouders waarderen deze vorm van preventieve opvoedsteun. Een moeder vertelt: “Wat mij enorm geholpen heeft is dat ze echt luisterde naar mij. Ze vroeg waar ik behoefte aan had, in plaats van dat ze mij iets opdrong. Ze hield mij een spiegel voor en liet mij zelf nadenken. Die aanpak paste bij mij. Ze voelde als een vriendin die het beste met mij en mijn kind voorhad. De hulp duurde lang genoeg, zodat ik de tijd heb gekregen om het weer alleen te kunnen als moeder.”
Erkenning
Een algemeen oordeel over de effectiviteit van Home-Start blijkt als het programma voor de tweede keer door de Erkenningscommissie Interventies in hun database wordt opgenomen. De preventieve aanpak van Home-Start voor opvoedondersteuning aan ouders met kinderen tot en met zes jaar is voorzien van de op een na hoogste beoordelingsgraad: effectief volgens goede aanwijzingen. De erkenning wordt elke vijf jaar opnieuw beoordeeld. Ook staat Home-Start bekend als 'best practice' bij het European Platform for Investing in Children (EPIC), een initiatief van de Europese Unie.
Blijvend onderzoek
Uit eerdere onderzoeken blijkt dat ouders meer vertrouwen krijgen in eigen kunnen en positiever opvoeden (Asscher 2005). Angstig of opstandig gedrag van kinderen neemt af. De effecten van Home-Start beklijven ook op termijn. Uit onderzoek in 2015 zie je dat ook na het vertrek van de vrijwilligers de steun doorwerkt.
Dr. Peter J. Hoffenaar is verbonden aan de programmagroep Preventieve Jeugdzorg van de Universiteit van Amsterdam en was mede-onderzoeker. “De verschillende onderzoeken geven indicaties voor de waarde van Home-Start voor gezinnen, net als de opname in de database. Home-Start heeft wat dat betreft een plek in het overheidsbeleid voor preventief aanbod. Vroeg ingrijpen is een goed idee. Ook om erin te slagen verdere verslechtering tegen te gaan. Voor organisaties als Home-Start heb ik waardering dat ze blijvend onderzoek doen naar waar ze staan. Dit vind ik een gezonde manier om te kijken naar je programma.”
Op dit moment bereidt Home-Start samen met de Universiteit van Amsterdam een nieuw onderzoek voor. We gaan kijken naar ‘wat werkt’ in de Home-Start aanpak. Denk aan de matching van vrijwilligers aan gezinnen, kwaliteit van de werkrelatie, vertrouwen van gezinnen in de werkwijze, expertiseniveau van vrijwilligers en de implementatie van Home-Start principes door vrijwilligers. In het onderzoek gaan we uit van wat ouders, kinderen en vrijwilligers ervaren als werkzame elementen. Het onderzoek wordt uitgevoerd onder alle Home-Start locaties zodat ook gezinnen met oudere kinderen worden betrokken.
Infographic Home-Start, voor een sterke basis in het ouderschap!
Stichting Humanitas Home-Start Nissewaard viert 25 jaar met succesvolle Meet & Greet
Nationale Vrijwilligersprijs 2024
Vooruitkijken, het Home-Start verhaal vertellen en gezelligheid op de coördinatorendag Home-Start
Jaarverslag 2023
Blog Koepel Adviesraden Sociaal Domein